De esterbereiding is een mooi voorbeeld van een
eenvoudige organische synthese. Juist vanwege deze eenvoud is
deze bereiding goed uitvoerbaar op een middelbare school.
Azijnzuuranhydride kan als reactant worden toegepast voor de
bereiding van acetaat-(ethanoaat)esters. Gebruik van deze stof
heeft enkele voordelen ten opzichte van het gebruik van
azijnzuur (ethaanzuur). Bij een verestering met het anhydride is
de eerste stap van de verestering aflopend, zonder dat
er een katalysator nodig is. Bovendien komt er dan geen water
vrij.
Bij verkeerd gebruik van azijnzuuranhydride wil het echter nog
wel eens fout gaan.
Directe bereiding van esters kan vanuit verschillende grondstoffen worden bewerkstelligd. Ten eerste door verwarming van een mengsel van een alcohol met een organisch zuur. Bijvoorbeeld azijnzuur met een willekeurige alcohol:
CH3COOH + ROH ⇔ CH3COOR + H2O (1)
Om bovenstaande evenwichtsreactie te bewerkstelligen is een
katalysator nodig. Meestal wordt daar beetje geconcentreerd
zwavelzuur voor gebruikt.
Ook zijn er opstellingen mogelijk, waarmee het water kan worden
afgevoerd, zodat de reactie aflopend wordt. Dit kan met een zgn.
Dean-Stark apparaat, waarmee ook de hoeveelheid afgesplitst water
kan worden gemeten.
Een andere optie is om in plaats van azijnzuur, azijnzuuranhydride gebruiken. De laatste stof reageert zonder tussenkomst van een katalysator direct met het alcohol, onder vorming van het ester en azijnzuur:
2(CH3CO)2O + ROH → CH3COOR + CH3COOH (2)
Na het aflopen van deze reactie, kan een beetje katalysator worden toegevoegd zodat het verkregen azijnzuur met eventueel nog aanwezige alcohol verder kan reageren via evenwichtsreactie (1).
Voeg geen zwavelzuur toe aan een mengsel van
azijnzuuranhydride met alcohol en/of water.
Azijnzuuranhydride kan heftig reageren met water en alcoholen,
maar aanwezigheid van zuren katalyseert deze reacties, waardoor
deze nog heftiger verlopen. Het boek 'CHEMIEKAARTEN' geeft aan
dat zuren de reactie met water bevorderen. Dat dit ook het geval
is met alcoholen staat niet vermeld. Ervaring laat echter zien,
dat het ook daarmee fout kan gaan.
Onderstaande cases (o.a. afkomstig van toa_poa discussiegroep) spreken voor zich zelf.
CASUS 1:
"Beste collegae TOA's,
Bij de verestering van ethanol en azijnzuur met een beetje gec.
zwavelzuur is bij ons een ongelukje gebeurt. Wat is er dan
gebeurt zul je je afvragen? Wel het volgende:
In een rondbodemkolf zit 50 mL ethanol 96%, in een andere
rondbodemkolf zit 50 mL azijnzuuranhydride (kwam uit een nieuwe
fles Merck) synthese kwaliteit. De ethanol wordt bij de
azijnzuur gevoegd, er gebeurde nog niets. Op het moment dat de
zwavelzuur werd toegevoegd begint het heftig te reageren en komt
er veel warmte vrij. De vloeistof spatte uit de kolf en de
docent kreeg er iets van op zijn kleren. Gelukkig is het daar
bij gebleven. Mijn vraag aan jullie: kent iemand dit
verschijnsel en heeft iemand er een verklaring voor?? De
veresteringsproef hadden we al diverse keren uitgevoerd, met
azijnzuur 96% pro analyse, zonder dat dit vervelende
bijverschijnsel plaatsvond. Graag jullie reactie."
CASUS 2:
" Dit soort ongelukken blijkt namelijk vaker
voor te komen. Hetzelfde type ongeluk heb ik zelf meegemaakt
toen ik een fles azijnzuuranhydride van .....(merk bekend
bij auteur) aanzag voor azijnzuur. Deze fles was, achteraf
gezien, door de leverancier onjuist geëtiketteerd. Met
hoofdletters stond er: AZIJNZUUR en met kleine letters eronder
anhydride. Onder werkdruk heb ik deze fles voor azijnzuur
aangezien. Verder heb ik de proef op de som genomen: ook mijn
collega's zagen de fles aan voor een azijnzuurfles! Feitelijk
interpreteerde men het etiket-opschrift als 'watervrij
azijnzuur' of 'azijnzuur anhydraat')"
Zie foto (ter bescherming van de leverancier is de firmanaam
weggeretoucheerd).