Ammoniumdichromaat.

(Door B.G. Dijkhuis. Advies en commentaar: T.M. Pal, bedrijfsarts Nederlands Centrum voor Beroepsziekten)

Inleiding

In een aantal scheikundemethoden voor middelbare scholen, werd ammoniumdichromaat beschreven als een geschikte stof, waarmee op een spectaculaire manier een ontledingsreactie wordt uitgevoerd.
Over het gebruik van deze stof is veel discussie ontstaa. Niet alleen vanwege het feit dat de stof als kankerverwekkend bekend staat, maar ook vanwege de aanwezige acute gevaren. Er zijn scholen waar de scheikundeafdelingen de proeven met deze stof reeds hebben geschrapt.
In dit artikel zijn een aantal zaken op een rij gezet, waarmee de lezer voor zichzelf een overweging kan maken of er wel of geen gebruik gemaakt moet worden van deze stof.

Ammoniumdichromaat ontleedt gemakkelijk als het boven de 170°C wordt verhit. Boven de 225°C is deze ontleding zelfonderhoudend. Een korte tijd verhitten, b.v. met een vlam van een gasbrander, zorgt ervoor dat de reactie zich exotherm voortzet. De ontleding treedt op met vuurverschijnselen, dat gepaard gaat met 'blazen' van de stof, veroorzaakt door gasontwikkeling. Samen met het uitzetten van het totale volume tijdens het ontstaan van groen vlokkerig chroom(III)oxide, worden al deze effecten door methodeschrijvers blijkbaar zeer gewaardeerd.


(Klik hier voor videodemonstraties op het internet.)

Reactie

Bij de ontledingsreactie ontstaat, zoals eerder gezegd groen chroom(III)oxide, maar ook stikstof, het gas dat voor het "blaas"-effect zorgt. Dit alles volgens onderstaande reactievergelijking.

(NH4)2Cr2O7(s) → N2(g) + Cr2O3(s) + 4H2O(g)

Het is bekend dat als bijprodukt een weinig ammoniakgas ontwijkt.

In de praktijk verloopt de reactie niet helemaal volledig. Extractie van het groene oxide met water, toont aan dat er nog ongereageerd dichromaat overblijft. Met dit laatste dient rekening gehouden te worden bij het afwegen van eventuele risico's.

Hoe het experiment wordt uitgevoerd

Hieronder staan een aantal manieren:

Welke methoden schrijven (schreven) de proef voor?

Veel leermethoden bevatten voorheen proeven met ammoniumdichromaat voor in de scheikundeles.  De meeste uitgevers hebben dit experiment ondertussen uit hun scheikundemethoden geschrapt.


Klik hier voor een gedetailleerde samenvatting van de veiligheidsgegevens voor het werken met ammoniumdichromaat.

De risico's tijdens het werken met de stof, kunnen we als volgt kort samengevatten:

Risicoanalyse

Inslikken is niet zo waarschijnlijk, mits er zeer stringente veiligheidsmaatregelen zijn genomen, zoals verbod van eten en drinken in de klas, gecombineerd met direct opruimen van gemorste stof. Huidcontact is niet uitgesloten (morsen), dit risico is groter als men bedenkt dat zeer onervaren leerlingen met deze stof zouden kunnen gaan werken. Direct opruimen van gemorste stof is een must. Kans op ernstig oogletsel, is een reëel risico. Een strak beleid is noodzakelijk betreffende het dragen van een veiligheidbril.

Er bestaat een reeële kans op inademing, wanneer:

De wettelijke grenswaarde is in 2016 verlaagd naar 0,001 mg/m3 .  De TGG-waarde wordt niet meer gebruikt. Zie: Staatscourant, jaargang 2016, nr. 57792

Alle chroom(VI)-verbindingen, waartoe ammoniumdichromaat behoort, worden beschouwd als kankerverwekkend voor de mens (categorie 1B, volgens Europese richtlijnen). Mutageen categorie 1B. Giftig voor de voortplanting categorie 1B.

De Gezondheidsraad heeft in zijn rapport het extra kankerrisico geschat op:

Men kan helaas geen eenduidige uitspraak doen of er extra risico's aanwezig zijn als het gaat om chronische aandoeningen. Leerlingen lopen in verhouding minder risico dat bijvoorbeeld de Technisch Onderwijsassistent, die vaker met schadelijke stoffen in aanraking komt. De TOA of docent, die het proefje meerdere keren demonstreert of in de klas assisteert, zal in verhouding langer blootgesteld worden. Hierbij blijft in ieder geval een onzekerheid bestaan over de concentratie van de stof in de lucht. Wil men absolute zekerheid, dan zijn er metingen nodig.

Er zijn verschillende randvoorwaarden te bedenken die van invloed kunnen zijn op concentratie in de lucht:

Het is in ieder geval duidelijk dat er een reëel risico bestaat voor acute gevaren, zoals huidcontact en contact van de stof met de ogen. Dit wordt ook versterkt door het feit dat in de klasselaag, waarop deze experimenten betrekking hebben, leerlingen zitten met weinig ervaring. Het is dus niet uitgesloten dat in zo'n klas leerlingen zitten met een laag "gevaars-bewustzijn".

Risico's waarbij acute vergiftigingssymtomen optreden als gevolg van inademing lijken niet groot te zijn.

Zover de bovenstaande risicogetallen aangeven wat betreft de carcinogeniteit van ammoniumdichromaat is het verdedigbaaar om er vanuit te gaan dat de mogelijke risico's die betrekking hebben op eventuele acute gezondheidsschade groter zijn.
Extra risico's betreffende de explosiviteit lijken er niet te zijn, gezien de hoeveelheden die worden toegepast. Bovendien wordt er niet gewerkt met gesloten apparatuur.


Geraadpleegde bronnen:

  1. Chemiekaarten 2017 ; SDU-uitgevers; Den Haag
  2. Chromium and its inorganic compounds; 1998; Gezondheidsraad, Rijswijk
  3. Chromium VI and its compounds; 2001; Gezondheidsraad, Rijswijk
  4. Handboek ARBO-besluit; 2000; SDU-uitgevers, Den Haag
  5. AI-6. Werken met kankerverwekkende stoffen en processen; 2e druk; 2000; SDU-uitgevers

Top

Ga verder naar de volgende pagina

Linke Soep! HOME