In een aantal scheikundemethoden voor middelbare scholen, werd
ammoniumdichromaat beschreven als een geschikte stof, waarmee op
een spectaculaire manier een ontledingsreactie wordt uitgevoerd.
Over het gebruik van deze stof is veel discussie ontstaa. Niet
alleen vanwege het feit dat de stof als kankerverwekkend bekend
staat, maar ook vanwege de aanwezige acute gevaren. Er zijn
scholen waar de scheikundeafdelingen de proeven met deze stof
reeds hebben geschrapt.
In dit artikel zijn een aantal zaken op een rij gezet, waarmee
de lezer voor zichzelf een overweging kan maken of er wel of
geen gebruik gemaakt moet worden van deze stof.
Ammoniumdichromaat ontleedt gemakkelijk als het boven de 170°C wordt verhit. Boven de 225°C is deze ontleding zelfonderhoudend. Een korte tijd verhitten, b.v. met een vlam van een gasbrander, zorgt ervoor dat de reactie zich exotherm voortzet. De ontleding treedt op met vuurverschijnselen, dat gepaard gaat met 'blazen' van de stof, veroorzaakt door gasontwikkeling. Samen met het uitzetten van het totale volume tijdens het ontstaan van groen vlokkerig chroom(III)oxide, worden al deze effecten door methodeschrijvers blijkbaar zeer gewaardeerd.
Bij de ontledingsreactie ontstaat, zoals eerder gezegd groen chroom(III)oxide, maar ook stikstof, het gas dat voor het "blaas"-effect zorgt. Dit alles volgens onderstaande reactievergelijking.
Het is bekend dat als bijprodukt een weinig ammoniakgas ontwijkt.
In de praktijk verloopt de reactie niet helemaal volledig. Extractie van het groene oxide met water, toont aan dat er nog ongereageerd dichromaat overblijft. Met dit laatste dient rekening gehouden te worden bij het afwegen van eventuele risico's.
Hieronder staan een aantal manieren:
Veel leermethoden bevatten voorheen proeven met
ammoniumdichromaat voor in de scheikundeles. De meeste
uitgevers hebben dit experiment ondertussen uit hun
scheikundemethoden geschrapt.
De risico's tijdens het werken met de stof, kunnen we als volgt
kort samengevatten:
Inslikken is niet zo waarschijnlijk, mits er zeer stringente veiligheidsmaatregelen zijn genomen, zoals verbod van eten en drinken in de klas, gecombineerd met direct opruimen van gemorste stof. Huidcontact is niet uitgesloten (morsen), dit risico is groter als men bedenkt dat zeer onervaren leerlingen met deze stof zouden kunnen gaan werken. Direct opruimen van gemorste stof is een must. Kans op ernstig oogletsel, is een reëel risico. Een strak beleid is noodzakelijk betreffende het dragen van een veiligheidbril.
Er bestaat een reeële kans op inademing, wanneer:De wettelijke grenswaarde is in 2016 verlaagd naar 0,001 mg/m3
. De TGG-waarde wordt niet meer gebruikt. Zie: Staatscourant, jaargang 2016, nr. 57792
Alle chroom(VI)-verbindingen, waartoe ammoniumdichromaat behoort,
worden beschouwd als kankerverwekkend voor de mens (categorie 1B,
volgens Europese richtlijnen). Mutageen categorie 1B. Giftig voor
de voortplanting categorie 1B.
De Gezondheidsraad heeft in zijn rapport het extra kankerrisico
geschat op:
Er zijn verschillende randvoorwaarden te bedenken die van invloed kunnen zijn op concentratie in de lucht:
Het is in ieder geval duidelijk dat er een reëel risico bestaat voor acute gevaren, zoals huidcontact en contact van de stof met de ogen. Dit wordt ook versterkt door het feit dat in de klasselaag, waarop deze experimenten betrekking hebben, leerlingen zitten met weinig ervaring. Het is dus niet uitgesloten dat in zo'n klas leerlingen zitten met een laag "gevaars-bewustzijn".
Risico's waarbij acute vergiftigingssymtomen optreden als gevolg van inademing lijken niet groot te zijn.
Zover de bovenstaande risicogetallen aangeven wat betreft de
carcinogeniteit van ammoniumdichromaat is het verdedigbaaar om er
vanuit te gaan dat de mogelijke risico's die betrekking hebben op
eventuele acute gezondheidsschade groter zijn.
Extra risico's betreffende de explosiviteit lijken er niet te
zijn, gezien de hoeveelheden die worden toegepast. Bovendien wordt
er niet gewerkt met gesloten apparatuur.
Geraadpleegde bronnen: